F3F op de 2e
Maasvlakte op 23-2-2014
5.45 uur ging de wekker. Dat
gaat ie door de week ook, maar dat is anders.
Een goeie douche doet wonderen.
Modelvliegen is een logistieke toestand. Dat is inmiddels ook in huize
Buitendijk bekend. Nu is F3F al een stuk vriendelijker dan F3B wat dat
betreft : Geen lier + autoaccu's!
De dag vooraf moet je 2 modellen in orde hebben (poetsen, servo's
afstellen en accu's laden).
In geval van winter F3F: 3
lagen kleding klaar leggen!
Sinds ik in een buurt woon waar
het gewoon kan wordt de auto 's avonds al volgeladen. Geen gesjouw en
herrie in de vinexwijk op de vroege zondagochtend.
De laatste keer spelen op de helling was in
2009
en dat had niets met een wedstrijd te maken.
De Crossfire uit
2005 was een paar weken geleden al afgestoft en voorzien
van een extra ballastkamer in de romp. Resultaat: 4,5 kg maximaal
mogelijk! Better safe than sorry was de insteek.

De homemade ballastkamer, die na het nemen van deze foto ingelijmd is,
wordt gevuld met 5 Radical Pro blokken. Dat is 750 gram extra.
De 40 mHz ontvanger is
vervangen door een 2,4 GHz exemplaar. De dubbele ontvangerantenne moest
lelijk buiten de romp uitkomen i.v.m. de aramide romp.
De zenderinstellingen zijn door
mijn eigenwijze ideeën over de juiste helling-setup totaal anders dan
bij F3B geworden. Ik kwam er trouwens ook achter dat mijn ideeën over
F3B instellingen niet bepaald overeenkomen met de F3B ideeën op de setup
CD van Herr Eder van Aer-O-Tec, maar dat terzijde. Daar kwam ik een
kleine 10 jaar later achter achter toen ik op zoek was naar de positie
van het zwaartepunt.
Kortom ik wilde eerst nog even een proefvluchtje maken en om die reden
ging ik bewust veel te vroeg op pad om die 140 km af te leggen. Het
navigatiekastje kun je ter hoogte van de 2e Maasvlakte van je voorruit
trekken, want die snapt niets van die wegen daar. Nog een reden om
eerder weg te gaan.
Om 8.15 uur was ik natuurlijk
de eerste. De eerste op de 2e Maasvlakte welteverstaan. Na een korte
reikwijdtetest (hoe doe je die alleen???) werd het model in orde
bevonden. De windkracht 5 uit het zuiden bleek wat de richting betreft
niet ideaal, maar net te doen op dit stukje duin. Je model met één hand
zelf werpen met 5 Bft vind ik niks, maar het is gelukt.
De Crossfire vloog prima. Na 20 minuten stond Wout ineens naast me. Hij
twijfelde aan de locatie. Na wat onderzoek door Frits besloten we te
blijven. Voor het landen moest je ca. 150 meter naar beneden het strand
oplopen. Goeie conditietraining om het duin ook weer op te lopen met je
loodzware model.
We waren met 10 deelnemers. De wedstrijd begon met enige vertraging
i.v.m. een discussie over de rakken, 100 meter, parallelliteit (is dat
Nederlands?) van de vizieren en de boog van het duin.
Het had veel weg van een gemiddelde vergadering op mijn werk, en dat op
een zondag.

We gingen van start. Er werden
tijden gevlogen van 60 - 63 seconden. Behalve door mij.


Hoe hard ik de Crossfire ook aangemoedigd heb, er was geen tempo in te
krijgen: 72 seconden.
Tussen ronde 1 en 2 vond er weer een discussie plaats. Dit keer over de
onzuiverheid van het A-vizier. Toen ik mijn vizier gemonteerd had konden
we verder.

De 2e ronde haalde ik 5 seconden van mijn PR af: 67 seconden. Prima
verbetering. Iedere keer 5 seconden eraf werd mijn nieuwe doel. De 3e
ronde sloot ik alleen weer af met 67 seconden. Als een echte
wedstrijdvlieger heb ik nog geprobeerd om iemand de schuld te geven. De
wedstrijdleider was een makkelijk gevonden doelwit, maar Wout trapt
nergens meer in.

Ik heb nog wel wat gerommeld met het gewicht van de Crossfire, maar dat
bracht weinig soelaas. Pas in de 6e ronde begon het ergens op te lijken
met 64 seconden.
Met weinig gewicht, of beter gezegd: een lagere vleugelbelasting,
accelereert het model sneller maar "beukt" het minder hard tegen de wind
in. Met een hogere vleugelbelasting is het om te beginnen lastig hoogte
te winnen in de eerste 30 seconden. Daarna moet je perfecte bochten
maken om de snelheid er in te houden. Dat is me beiden niet gelukt. We
zijn het er over eens dat er ergens een optimum zit. Het vervelende is
dat dat ook nog eens per helling verschilt. Dat wordt oefenen. Ik zal
ook af moeten leren om F3B bochten te vliegen. Dat wil zeggen dat het
niet werkt door het model een kwart te rollen en dan aan het hoogteroer
te harken. Er moet een mooie vloeiende boog gemaakt worden waarbij de
wind een leuk zetje mee kan geven waardoor je de snelheid er in houdt of
waardoor de snelheid zelfs op kan lopen.
Een mooie vloeiende boog maken
lukt niet met een zwaar model op lage snelheid. Dat betekent dat het
hoogte winnen en de eerste bochten cruciaal zijn voor de rest van de
vlucht. Dan heb je ook nog factoren als de positie op de helling (hoger
of lager vliegen) en de bochten een beetje om hoog, gelijk of naar
beneden maken.

Een interessant spelletje dus. Al mis ik als F3B-er wel afleiding in de
vorm van andere taken. Anders gezegd: Ik vond het leuk en voor herhaling
vatbaar, maar ook een beetje eentonig.
Voor mij is F3F net als F3K (handlaunch) leuk voor erbij. Zeker als de
weersvoorspelling goed is en er geen andere afspraken in de agenda
staan.
Hier nog even Rick die niet
alleen is.

Blijkbaar lukt het met een
buitentemperatuur van 9 graden Celsius in februari om uren in het water
te liggen.

De uitslag:
|
Naam |
Ronde 1 |
Ronde 2 |
Ronde 3 |
Ronde 4 |
Ronde 5 |
Ronde 6 |
Ronde 7 |
Beste 6 |
% |
1. |
Frits Donker Duyvis |
59,16 |
55,59 |
58,81 |
54,38 |
59,56 |
55,58 |
53,28 |
5933,8 |
100 % |
2. |
Erik Heijne |
63,26 |
60,18 |
58,20 |
65,96 |
61,35 |
56,89 |
55,32 |
5664,0 |
95,5 % |
3. |
Stefan Bernardy |
62,10 |
59,38 |
62,96 |
59,78 |
57,49 |
58,16 |
57,91 |
5624,5 |
94,8 % |
4. |
Peter Aanen |
63,90 |
60,08 |
72,40 |
63,38 |
61,52 |
52,69 |
54,67 |
5618,2 |
94,7 % |
5. |
Robert Hermans |
61,48 |
55,97 |
56,96 |
62,28 |
61,70 |
63,60 |
71,86 |
5588,9 |
94,2 % |
6. |
Rick Ruijsink |
63,35 |
58,86 |
62,81 |
58,02 |
61,22 |
61,36 |
59,66 |
5554,6 |
93,6 % |
7. |
Arjen van Vark |
68,08 |
59,71 |
62,32 |
60,08 |
60,69 |
74,01 |
57,62 |
5491,0 |
92,5 % |
8. |
Sander Buitendijk |
71,99 |
67,48 |
67,99 |
69,40 |
69,62 |
64,11 |
70,11 |
4914,6 |
82,8 % |
9. |
Gerben van Berkum |
00,00 |
69,59 |
93,39 |
72,48 |
65,57 |
62,30 |
64,09 |
4712,9 |
79,4 % |
10. |
Jan van Laak |
102,48 |
93,96 |
78,08 |
83,40 |
78,46 |
75,18 |
76,66 |
4101,8 |
69,01 % |
Terug
naar modelvliegen |